Molen R
Gelegen aan de Pettemerweg, bemaalde polder R, 312 ha, kon zowel in- als uitmalen. Deze binnenkruier met een vlucht van 21,25 meter werd in 1930 afgebroken en in zijn plaats verrees een elektrisch gemaal. Het fraaie molenaarshuis is nog aanwezig.
Afbeeldingen
Door de jaren heen
Molenkaart
Bezoek de molen en zijn geschiedenis
Geschiedenis
In okt. 2016 deed Julius Meijer een interessante ontdekking in het Waterlandarchief. Daarin bevindt zich een fragment van een kaart uit 1620, waarop molen R nog staat aangegeven als een wipmolen. Kennelijk heeft de achtkante binnenkruier die in 1930 werd gesloopt nog een wipmolen als voorganger gehad. Verder blijkt dat deze molen een bijnaam had: “Grotendorst”. Het is nog niet bekend of dit een soort fantasienaam was zoals watermolen “De Slokop” in Haarlem, of dat het een achternaam van een molenaar of landeigenaar betrof. Grotendorst is weliswaar een familienaam, maar anno 2007 zijn er nog slechts 109 personen in Nederland met deze naam, en geen daarvan in de kop van Noord-Holland. Grootendorst met dubbel o komt meer voor (546 keer), waarvan ook een aantal in de kop van Noord-Holland.
Het scheprad bevond zich blijkens de tekening vrij ver buiten de molen. Dit kwam wel meer voor. Maar het kan ook een vrijheid van de tekenaar zijn geweest om het zo voor te stellen met die lange aandrijfas.
Naast deze kaart geven wij de situatie volgens Google Earth in 2015.
Adres
Pettemerweg
Bouwjaar
1645
Verdwijningsjaar
1930 afgebroken
Functie
Poldermolen
Scheprad
Ø Scheprad 4,70 m,
1864: breedte blad 28 cm ,
1894: breedte blad 32 cm
Krachtbron
Wind
Kadaster
Zijpe G (2) 152 De Polder R
Type
Achtkante molen, grondzeiler
Vlucht wiekenkruis
21,24 m
De waterloop waarin eens het scheprad hing is op dezelfde plaats gebleven, het huidige gemaal is er overheen gebouwd. De waterstructuur is in grote lijnen hetzelfde gebleven. Alleen de sluis D is verdwenen, en ook de in- en uitmaalmogelijkheid is er niet meer, het gemaal kan uitsluitend uitmalen. Daarbij is de stroomrichting in de waterloop ter plaatse dus tegengesteld aan die in 1620!
Wat in 1620 ‘Burgerwegh’ heette, is nu de Pettemerweg (geheel naar rechts, bij Burgervlotbrug heet het nog wel Burgerweg). Geheel linksboven bevindt zich tegenwoordig camping De Watersnip.
Het interessante van het kaartfragment is dat er ook een beschrijving wordt gegeven van het in- en uitmaalsysteem zoals we dat bij vele Zijper molens kennen:
We zetten deze beschrijving in hedendaags Nederlands nog even naast het door ons ingekleurde kaartfragment uit 1620, en komen dan voor een onoplosbaar probleem te staan: dit heeft zo nooit kunnen werken!
Rood is Schermerboezem (in 1620 omschreven als “Wegsloot gemeen met de Groote Sloot”).
Blauw is het polderwater in de afdeling R.
Inmalen: Wanneer het water vanuit de wegsloot in de polder werd opgemalen, werden de slagdeur A en de twee schotborden B en C open gezet, en worden de sluis D en schotbord E gesloten gehouden.
Een slagdeur noemt men tegenwoordig wachtdeur. Het is een scharnierende klep die maar naar één kant open kan. Een schotbord is, zoals de naam al zegt, een schot waarmee een waterloop geheel dicht gezet kan worden.
Uitmalen: Wanneer de polder het water laat uitmalen worden de slagdeur A en het schotbord B gesloten, en worden de schotborden C en E en de sluis D open gezet.
Afgezien van het feit dat de schrijver B nu opeens slagbord noemt in plaats van schotbord, kan deze beschrijving niet juist zijn. Want: de twee lichtblauwe poldersloten komen (en kwamen ook al in 1620) aan de bovenkant, buiten de tekening in de rode cirkel bij elkaar:
Wij hebben nog niet kunnen vinden hoe het in- en uitmalen hier werkelijk verliep. Het kan bijna niet anders dan dat schotbord C op een verkeerde plaats is getekend, en in de Egalementsloot heeft gestaan of dat er nog ergens een schotbord is geweest..
In de rode cirkel komen de sloten bij elkaar. Het uitgeslagen water stroomt dus vrolijk de polder weer in!